Vriendschappen = jezelf leren kennen

Hoe je kinderen liefdevol begeleidt in vriendschap, grenzen en ruzies.

Vriendschap is een van de mooiste én meest leerzame ervaringen in een kinderleven. Kinderen kunnen op die manier oefenen in verbinding maken, delen, samenwerken, zichzelf durven zijn, rekening houden met de ander en hun grenzen leren kennen.

Als ouder of leerkracht zie je het van dichtbij gebeuren: die eerste hartsvriend(in), de geheimpjes, het samenspel, maar ook de botsingen, misverstanden en ruzies. En juist dan hebben kinderen ons het hardst nodig. Als gids of mentor aan hun zijde.

Vriendschap is een oefenplek
Vriendschap is veel meer dan alleen samen spelen of dezelfde interesses delen. Het zorgt ervoor dat kinderen zichzelf en de ander steeds beter leren begrijpen. In contact met vrienden en klasgenoten leren kinderen:

– Wat ze fijn vinden in de omgang met anderen.
– Hoe ze behandeld willen worden.
– Wat ze nodig hebben om zich veilig, welkom en gezien te voelen.

Vriendschappen, soms schuurt het. En dat mag. Juist in die wrijving ontstaat groei.
In het botsen leren kinderen hun grenzen kennen, woorden geven aan hun gevoelens en ontdekken wat verbinding voor hen betekent.

En dan… die ruzie
Misschien herken je het:
Je hoort geschreeuw op het schoolplein. Of een kind barst thuis in tranen uit: “Ik mag nooit meedoen!” Of je ziet twee kinderen met de rug naar elkaar toe zitten, stil, gekwetst. Wat doe je dan?

De neiging is groot om snel te sussen, de boel op te lossen, of misschien wel onbedoeld partij te kiezen. Maar kinderen leren het meest als we naast ze gaan staan.

5 tips: Hoe begeleid ik liefdevol bij ruzies? 

Wees neutraal en beschikbaar

Kies geen kant. Benoem wat je ziet, zonder oordeel:
“Ik zie dat jullie het moeilijk hebben met elkaar. Mag ik er even bij komen?”
Geef ruimte aan ieders verhaal

Laat beide kinderen hun beleving vertellen, zonder te onderbreken of te corrigeren. Vraag bijvoorbeeld:

  • “Wat gebeurde er volgens jou?”
  • “Wat voelde je op dat moment?”
  • “Wat wilde je eigenlijk zeggen of bereiken?”

Alleen even gehoord worden kan al veel oplossen.

Benoem gevoelens

Kinderen weten vaak niet wat ze voelen. Help ze hun binnenwereld te begrijpen:

“Voelde je je buitengesloten?”
“Was je teleurgesteld?”
“Was het moeilijk om te wachten op je beurt?”

Zoek samen naar herstel

Excuses hoef je niet te forceren. Laat kinderen meedenken in oplossingen, dan groeit hun eigenaarschap. Vraag ze bijvoorbeeld:

  • “Wat zou nu kunnen helpen?”
  • “Wat zou je een volgende keer anders kunnen doen?”
  • “Hoe kunnen jullie het weer fijn maken samen?”

Reflecteer op een later moment

Wanneer de rust terug is, kun je terugkijken:

  • “Wat heb je van deze ruzie geleerd?”
  • “Waar ging het mis?”
  • “Wat had je zelf anders kunnen doen?”
  • “Wat zou liefde doen?”

Zo wordt ruzie niet iets om te vermijden, maar iets om van te leren.

 

Kinderen hoeven niet perfect te zijn in vriendschap. Ze mogen oefenen, zoeken, struikelen en weer opstaan. En jij, als ouder of leerkracht, hoeft ook niet altijd het juiste te zeggen. Jouw aanwezigheid, jouw bereidheid om te luisteren en te begeleiden, is al heel waardevol. Wees hun veilige basis. Laat ze voelen: “Je mag leren. Ik ben er voor je.” Want uiteindelijk is dat waar het in vriendschap om draait: verbinding, met jezelf en met de ander.

Liefs Anouk